Onderbeenamputatie

Wat is een onderbeenamputatie?

Onderbeenamputatie is een chirurgische procedure die wordt uitgevoerd om het onderste ledemaat onder de knie te verwijderen, wanneer dat ledemaat ernstig beschadigd of ziek is. De meeste onderbeenamputaties (60%-70%) worden uitgevoerd ten gevolge van perifere vaatziekte of aandoening van de circulatie in het onderste ledemaat.

Slechte circulatie beperkt genezing van en immuniteitsreacties op letsel en kan niet genezende zweren aan voet of been opleveren. Die kunnen zich tot een ontsteking ontwikkelen, die zich kan verspreiden tot in het bot en ernstig genoeg kan worden om levensbedreigend te zijn. Amputatie wordt uitgevoerd om het zieke weefsel te verwijderen en verdere verspreiding van de infectie tegen te gaan.

Als een onderbeenamputatie noodzakelijk is, wordt die meestal uitgevoerd door een vaatchirurg of een orthopedisch chirurg. Het zieke of ernstig aangetaste deel van het ledemaat wordt verwijderd, terwijl zoveel mogelijk van het gezonde weefsel en bot wordt behouden. De chirurg vormt het overgebleven ledemaat zodanig dat na herstel zo goed mogelijk gebruik kan worden gemaakt van een prothese.

De noodzaak tot een onderbeenamputatie is gelegen in aandoeningen als de volgende:

  • Perifere vaatziektes
  • Diabetes
  • Infectie
  • Zweer aan de voet
  • Trauma waardoor het onderbeen verpletterd of afgescheurd is
  • Tumor/kanker (zie de link met verwijzingen onder aan de pagina)

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij een onderbeenamputatie?

Vóór een onderbeenamputatie

Voor uw operatie kan uw fysiotherapeut:

  • Oefeningen voorschrijven voor uw preoperatieve conditie en om de kracht en flexibiliteit van de heup en knie te verbeteren
  • Aanleren hoe met een rollator of krukken moet lopen
  • Vertellen wat u na de procedure kunt verwachten

Direct na de operatie

U zult ongeveer 5 tot 14 dagen in het ziekenhuis blijven. Uw wond wordt verbonden en krijgt op de plek van de operatie misschien ook een drain, een buisje dat wordt aangebracht in het gebied om overvloedig vocht af te voeren. Pijn wordt bestreden met medicatie.

Fysiotherapie begint al snel na de operatie zodra uw conditie stabiel is en de dokter toestemming geeft. Een fysiotherapeut zal uw medische en chirurgische geschiedenis bekijken en u bezoeken aan uw bed. De eerste paar dagen van de behandeling kunnen het volgende omvatten:

  • Voorzichtig strekken en bewegingsbereikoefeningen
  • Leren om te rollen in bed, zitten op de rand van het bed en veilig naar een stoel te bewegen
  • Leren hoe u het geopereerde ledemaat moet houden om contracturen (het onvermogen om de knie helemaal te strekken, wat resulteert in een ledemaat dat teveel gebogen blijft) te voorkomen

Zodra u medisch stabiel bent zal uw fysiotherapeut u helpen om te leren om te gaan met een rolstoel en te staan en lopen met een loophulpmiddel.

Voorkomen van contracturen na een onderbeenamputatie

Een contractuur is de ontwikkeling van verstijving van zacht weefsel waardoor beweging van het gewricht wordt beperkt. De aandoening komt voor wanneer spieren en zacht weefsel stijf en vezelig worden door gebrek aan beweging. De meest voorkomende contractuur na een onderbeenamputatie ontstaat aan de knie wanneer die gebogen is en niet in staat om te strekken. De heup kan ook stijf worden. Het is belangrijk om contracturen vroegtijdig te voorkomen.

Uw fysiotherapeut zal u helpen om een normale houding en bewegingsbereik in uw knie en heup te behouden. De therapeut zal u leren hoe u uw ledemaat moet houden om te voorkomen dat een contractuur zich ontwikkelt en u strek- en houdingoefeningen uitleggen om een normaal bewegingsbereik te houden.

Zwelling en compressie na een onderbeenamputatie

Het is normaal om na de operatie te maken te krijgen met zwelling. Uw therapeut zal u helpen om compressie te houden op het overgebleven ledemaat om die te beschermen en de zwelling te verminderen, controleren en genezen.

Compressie kan worden bereikt door:

  • Inzwachtelen van het ledemaat met elastisch verband
  • Dragen van een steunkous

Deze methodes helpen ook om het ledemaat te vormen en voor te bereiden op het  aanpassen van een prothese.

In sommige gevallen wordt in plaats van een elastisch verband een stijf verband of een gipsverband gebruikt. Ook kan direct na de operatie een prothese van gips of plastic worden gebruikt. De gekozen methode hangt af van ieders persoonlijke situatie. Uw fysiotherapeut zal u helpen bij het passen van deze hulpmiddelen en u instrueren over het gebruik.

Pijnbestrijding na onderbeenamputatie

Uw fysiotherapeut zal helpen bij het op verschillende manieren bestrijden van pijn waaronder:

  • Elektrische stimulatie en TENS (transcutaneous electrical nerve stimulation) ter bestrijding van pijn. (voorzichtige elektrische stimulatie  van de huid om de pijn te verminderen door het blokkeren van zenuwprikkels vanuit onderliggende pijnreceptoren)
  • Manuele therapie, waaronder massage en gewrichtsmanipulatie om de circulatie en gewrichtsbeweging te bevorderen
  • Stompzorg, waaronder huidverzorging en het gebruik van een stompsok
  • Desensibilisatie om de gevoeligheid van een gebied voor kledingdruk of aanraking te veranderen. Desensibilisatie omvat strelen van de huid met verschillende types aanraking om te helpen de gevoeligheidsreactie op de stimulatie te verminderen of op te heffen.

Zie de richtlijn over fantoompijn voor meer details over pijn na amputatie.

Uw fysiotherapeut zal met een prothesemaker samenwerken om de beste prothese voor uw situatie en beoogde activiteiten voor te schrijven. U krijgt eerst een tijdelijke prothese, terwijl het resterende ledemaat verder geneest en gedurende de eerste 6 tot 9 maanden van genezing krimpt en vormt. De prothese zal gedurende deze periode zo nodig worden aangepast.

Nadat u van directe zorg naar revalidatie bent overgegaan, zult u leren om onafhankelijker te functioneren. Uw fysiotherapeut zal u helpen om te gaan met een rolstoel en te lopen met een hulpmiddel als krukken of een rollator. Uw therapeut zal u ook de vaardigheden aanleren die u nodig hebt om goed gebruik te kunnen maken van uw nieuwe prothese. U zult leren hoe u moet zorgen voor uw resterende ledemaat door het nakijken en verzorgen van de huid en door te gaan met het voorkomen van contracturen door oefening en houding.

Uw fysiotherapeut zal u leren hoe u uw nieuwe prothese moet aan- en afdoen en hoe u moet zorgen voor een blijvende goede passing met het manchettype dat u heeft gekregen. De therapeut zal u helpen om gaandeweg te wennen aan het steeds langer dragen van uw prothese, terwijl de huid van uw resterende ledemaat in tact blijft. Uw zult ook nadat u uw definitieve prothese heeft gekregen een rolstoel blijven gebruiken om u te verplaatsen wanneer u de prothese niet draagt.

Prothesetraining is een proces dat wel een jaar kan duren. U begint wanneer de dokter zegt dat u gewicht op de prothese mag zetten. Uw fysiotherapeut helpt u om te leren staan, evenwicht te bewaren en lopen met de prothese. Waarschijnlijk begint u met lopen tussen gelijke leggers en met strekoefeningen om uw volledige potentieel te bereiken terwijl u veel van de activiteiten die u voor de amputatie uitvoerde weer oppakt.

Kan een onderbeenamputatie worden voorkomen?

Aangenomen wordt dat 60% van de amputaties te voorkomen zijn. De belangrijkste oorzaak van onderbeenamputaties zijn complicaties van diabetes, zoals perifere vaatziekte, open wonden en infectie. Preventie van en omgang met diabetes en problemen in de circulatie van de onderste ledematen kan het risico om aandoeningen te ontwikkelen die leiden tot amputatie van de onderste ledematen sterk verkleinen.

Zorg er voor dat u uw voeten goed beschermd met de juiste schoenen. Het is ook belangrijk om uw onderste ledematen en voeten dagelijks te bekijken op huidproblemen zoals roodheid of verkleuring, zwelling, blaren, krassen of open wonden. Het is belangrijk om direct uw arts in te schakelen als u een probleem tegenkomt. Preventie van ontsteking is de beste manier om onderbeenamputatie te voorkomen.

Het is ook belangrijk om te stoppen met roken. Het roken van sigaretten maakt genezing moeilijker en het wordt in verband gebracht met een 25 keer hoger risico op her-amputatie dan bij niet-rokers.