Iliotibiale band syndroom

Het iliotibiale band syndroom (ITBS) is één van de meest voorkomende oorzaken van pijn in de knie, met name bij mensen die zich bezighouden met endurance sporten. Het is verantwoordelijk voor tot wel 12% van alle hardloopblessures en tot 24% van de wielrenblessures. ITBS wordt normaal gesproken conservatief aangepakt door middel van fysiotherapie en het tijdelijk aanpassen van activiteiten.

Wat is het iliotibiale band syndroom (ITBS)?

Het iliotibiale band syndroom (ITBS) komt voor wanneer overmatige irritatie leidt tot pijn aan de buitenkant (of laterale zijde) van de knie. De iliotibiale band (ITB), vaak de “IT band” genoemd, is een soort pees weefsel dat van het bekken langs de zijkant van de dij naar de knie loopt. Als het bij de knie komt, wordt de omvang groter waar het een uitspringend gebied van het dijbeen (femur), de laterale femurcondyl, kruist. Bij het bekken hecht het aan twee belangrijke heupspieren, de musculus tensor fasciae latae (TFL) en de musculus gluteus maximus.

Irritatie en ontsteking komen voort uit wrijving tussen de ITB en onderliggende structuren wanneer iemand herhaalde strekkende (extensie) en buigende (flexie) bewegingen met de knie maakt. Meestal komt ITBS-pijn voor na overbelasting tijdens activiteiten zoals hardlopen of wielrennen.

Bij ITBS zijn veel structuren van de onderste ledematen betrokken, waaronder spieren, botten en ander zacht weefsel. Meestal komt ongemak voort uit:

  • Afwijkend contact tussen de ITB en het dijbeen (femur)
  • Verkeerde uitlijning en/of spiercontrole van het onderlichaam
  • Voortdurend samenknijpen (compressie) of wrijvings- (schuif) krachten bij herhaalde activiteiten.

De structuren die meestal bij ITBS betrokken zijn:

  • De iliotibiale band
  • Slijmbeurs (met vloeistof gevulde zak die tussen bot en zacht weefsel zit om wrijving te beperken)
  • Heupspieren

ITBS doet zich voor bij:

  • Sporters die herhaalde activiteiten doen, zoals hurken, en endurance sporten zoals hardlopen en wielrennen.
  • Mensen die lange tijd in één houding doorbrengen, zoals zitten of staan gedurende de hele werkdag, klimmen of hurken of knielen
  • Mensen die te snel en zonder de juiste warming-up of voorbereiding aan een nieuwe sport beginnen

Signalen en symptomen van het iliotibiale band syndroom (ITBS)

Met ITBS kunt u het volgende ervaren:

  • Stekende of prikkende pijn aan de buitenkant van de knie
  • Een gevoel dat de ITB over de knie heen “knapt” bij buigen en strekken
  • Zwelling aan de buitenkant van uw knie
  • Af en toe stijfheid en pijn aan de buitenkant van de heup
  • Continue pijn na activiteit, vooral na lopen, traplopen (op en af) of vanuit een zittende positie naar een staande gaan

De pijn is meestal het ergst als de knie licht gebogen is, net voordat of net nadat de voet wordt neergezet. Dit is het moment waarop de ITB het meest over het dijbeen wrijft.

Hoe wordt het iliotibiale band syndroom (ITBS) vastgesteld?

Uw fysiotherapeut zal u vragen stellen over uw medische voorgeschiedenis en de activiteiten die u doet. Er zal een lichamelijk onderzoek worden gedaan zodat uw fysiotherapeut metingen van de heup, knie en enkel kan doen met betrekking tot bewegingsbereik, kracht en flexibiliteit.

In geval van ITBS is het ook gebruikelijk dat een fysiotherapeut speciale tests gebruikt en een bewegingsanalyse doet om informatie te krijgen over de manier waarop u beweegt en hoe dat aan uw blessure zou kunnen bijdragen. Dit kan een beoordeling inhouden van de manier van lopen of rennen, voetstructuur en evenwicht. Uw therapeut kan u de activiteit laten herhalen die pijn doet om uit de eerste hand te zien hoe uw lichaam beweegt als u pijn voelt. Als u een sporter bent kan uw therapeut ook vragen naar uw sport, schoeisel, trainingsroutes en oefenroutines.

Normaal gesproken is medische beeldvorming, zoals röntgen of MRI, niet nodig om ITBS vast te stellen.

Hoe kan een fysiotherapeut helpen bij het iliotibiale band syndroom (ITBS) ?

Bewegingsbereik Vaak kan ITBS worden veroorzaakt door afwijkende mobiliteit in de heup, knie en voet door de manier waarop de band zich aan de heupspieren hecht. Uw therapeut zal de mobiliteit van uw geblesseerde been vergelijken met de normalerwijs verwachte mobiliteit en met de mobiliteit van de heup aan de kant van uw gezonde been.

Spierkracht

Heup- en kernzwakte kan bijdragen aan ITBS. De “kern” verwijst naar de spieren van de buik, de onderrug en bekken. Kernkracht is belangrijk, omdat een sterk middengebied grotere stabiliteit in het lichaam mogelijk maakt als de armen en benen verschillende bewegingen maken. Voor endurance sporters is het belangrijk om een sterke kern te hebben om de heup- en kniegewrichten te stabiliseren bij herhaalde beenbewegingen. Uw fysiotherapeut is in staat om vast te stellen welke spieren zwak zijn en specifieke oefeningen aanbieden om deze gebieden aan te pakken.

Manuele therapie

Veel fysiotherapeuten zijn opgeleid in manuele therapie, wat betekent dat ze hun handen gebruiken om spieren en gewrichten te bewegen en te manipuleren om beweging en kracht te verbeteren. Deze technieken kunnen zich richten op gebieden die u moeilijk zelf kunt behandelen.

Functionele training

Zelfs wanneer iemand een normale mobiliteit en kracht heeft, is het belangrijk om het lichaam aan te leren hoe het gecontroleerde en gecoördineerde bewegingen moet maken zodat er niet langer sprake is van overmatige druk op de eerder geblesseerde structuren. Uw fysiotherapeut zal daarom een functioneel trainingsprogramma ontwikkelen dat specifiek gericht is op de door u gewenste activiteiten. Dit betekent oefeningen ontwikkelen, die uw activiteiten nadoen en uw lichaam uitdagen om op de juiste manier te bewegen.

Uw fysiotherapeut zal ook met u werken aan het ontwikkelen van een persoonlijk behandelprogramma, specifiek gericht op uw persoonlijke doelstellingen. Hij of zij zal tips geven om u te helpen voorkomen dat uw letsel terugkomt.

Kan het iliotibiale band syndroom (ITBS) worden voorkomen?

ITBS wordt het beste voorkomen door het op peil houden van de kracht en flexibiliteit in uw kern en onderste ledematen en het in de gaten houden van uw activiteiten. Het is belangrijk om uw activiteiten aan te passen en snel nadat u voor het eerst pijn krijgt contact op te nemen met uw fysiotherapeut. Onderzoek geeft aan dat wanneer zacht weefsel geïrriteerd is en de veroorzakende activiteit wordt voortgezet, het lichaam geen tijd heeft om het geblesseerde gebied te repareren. Dit leidt vaak tot aanhoudende pijn, en de aandoening wordt moeilijker te verhelpen.

Zodra u in een revalidatietraject zit, zal uw fysiotherapeut u helpen om vast te stellen wanneer u klaar bent om terug te keren naar uw vroegere niveau van activiteit. Hij of zij zal er voor zorgen dat uw lichaam klaar is om aan de eisen van uw activiteiten te voldoen, zodat uw letsel niet terugkeert. U zult ook een programma voor thuis krijgen dat u helpt om de verbeteringen vast te houden, die u heeft bereikt tijdens de revalidatie.

Oefeningen: Iliotibiale band syndroom

Hieronder vindt u video’s van oefeningen die u kunt doen als u lijdt aan iliotibiale band syndroom:

Disclaimer

Onze YouTube-oefeningen en kennisbank zijn met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het gebruik van de informatie en oefeningen op www.fysiodouma.nl en ons YouTube kanaal is echter volledig op eigen risico. Wij raden u aan om uw fysiotherapeut te raadplegen.
Dit artikel is aanbevolen door: Frank Mulder
Meest recente aanpassing: 22-04-2024 om 09:18 uur